Vaststelling maximaal leenbedrag

Om het maximale leenbedrag vast te stellen hanteert Lender & Spender de gedragscode en leennormen van de Vereniging van Financieringsondernemingen in Nederland.

Vaststelling inkomen

Voor de vaststelling van structureel inkomen komen de volgende inkomstenbronnen in aanmerking:

salaris van een in Nederland gevestigde onderneming* uit een tijdelijk dienstverband (geen fase A, 1 of 2 uitzendovereenkomst) of een dienstverband voor onbepaalde tijd;
inkomen als zelfstandig ondernemer (Eenmanszaak, VOF, Maatschap of BV);
inkomen uit een WAO, WIA-IVA, WIA-WGA, WAZ of Wajong uitkering;
inkomen uit een overige overheidsuitkering waarbij de uitkeringsduur gelijk of langer is dan de looptijd van de lening;
inkomen in het kader van de WSW;
pensioenuitkering.

Overige inkomstenbronnen worden niet meegenomen.

*Nederlandse entiteit en salarisstorting vanaf een Nederlandse bankrekening. Indien het wel een Nederlandse entiteit betreft maar het salaris wordt gestort vanaf een bankrekening van een ander EU-land, dan dient de Nederlandse entiteit minimaal 5 werknemers in Nederland in dienst te hebben.

Salaris

Het netto salaris wordt vastgesteld op basis van de meest recente salarisstrook. Niet-structurele componenten worden niet meegenomen.

Weging

Aard van het dienstverband

100%

Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd
Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd*
Uitzendovereenkomst Fase C / 4
Uitzendovereenkomst Fase B / 3*
Arbeidsovereenkomst WSW*
Leer-werkovereenkomst*

0%

Uitzendovereenkomst Fase A / 1 of 2
Inkomen uit een persoonsgebonden budget (PGB)
Wanneer de proeftijd niet is verstreken
Wanneer de salarisstorting (nog) niet zichtbaar is in de banktransacties
Wanneer de overeenkomst is beëindigd en niet wordt verlengd
Wanneer een van de aanvragers werkzaam is in de onderneming van de partner op basis van een meewerk- of arbeidsovereenkomst en dit inkomen nog niet volledig is gereflecteerd in de jaarcijfers van de onderneming

*Wanneer het dienstverband binnen 6 maanden afloopt, kan met een recente werkgeversverklaring die niet ouder is dan 3 maanden 100% van het inkomen worden meegenomen. Bij het ontbreken van een werkgeversverklaring wordt 70% meegenomen. Wanneer het contract binnen 1 maand afloopt en verlenging niet aangetoond kan worden, wordt 0% meegenomen. Een werkgeversverklaring is in dit geval niet voldoende om verlenging aan te tonen.

Voor een aantal specifieke situaties gelden de volgende wegingen:

Weging	Specifieke situatie
100%	Dienstverband met functie van wethouder of burgemeester waarbij de looptijd van de lening eindigt voor het einde van de ambtstermijn Dienstverband met functie van gemeenteraadslid waarbij de looptijd van de lening eindigt voor het einde van de aanstellingsperiode
70%	Dienstverband met functie van wethouder of burgemeester waarbij de looptijd van de lening eindigt na het einde van de ambtstermijn Wanneer men langdurig ziek is maar er volgens het re-integratieplan uitzicht is op volledig herstel Inkomen van een lid van de Tweede Kamer waarbij de looptijd van de lening eindigt voor het einde van de kabinetsperiode
0%	Dienstverband met functie van gemeenteraadslid waarbij de looptijd van de lening eindigt na het einde van de aanstellingsperiode Wanneer men langdurig ziek is en uitzicht op herstel niet kan worden aangetoond door middel van een re-integratieplan Inkomen van een lid van de Tweede Kamer waarbij de looptijd van de lening eindigt na het einde van de kabinetsperiode

Weging van de verschillende salariscomponenten:

Weging	Component
100%	Vaste salariscomponenten: Bruto maandsalaris (obv. maximaal 48 uur) 13e maand Vaste toeslagen Vaste eindejaarsuitkering
100%	Variabele salariscomponenten: Overwerk (tot max. 50% van het basisloon, tenzij gedurende 12 maanden aantoonbaar structureel) ORT Structurele provisies Bovenstaande bedragen worden vastgesteld door het gemiddelde van deze bedragen te berekenen van de 12 meest recente loonstroken, waarbij de salariscomponent op min. 6 loonstroken aanwezig moet zijn, of op basis van een werkgeversverklaring.
100% / 75%	Structurele bonussen: 100% van het laagste bedrag in de laatste 12 maanden, of 75% van het gemiddelde bedrag opgegeven op de werkgeversverklaring
0%	Onkostenvergoedingen Mobiliteitsbudget

Inkomen van ondernemers voor de inkomstenbelasting (Eenmanszaak, VOF of Maatschap)

Het structurele netto inkomen wordt vastgesteld op basis van de twee meest recente aangiftes inkomstenbelasting.

Weging

Component

100%

Gemiddelde fiscale winst van de twee meest recente aangiftes inkomstenbelasting, gecorrigeerd voor een eventuele omzetdaling in de afgelopen 12 maanden op basis van de banktransacties van de zakelijke rekening. Dit bedrag kan berekend worden met behulp van onderstaande Excel bestand.
In de bruto-netto berekening wordt rekening gehouden met zelfstandigenaftrek, MKB-winstvrijstelling, Zvw-inhouding en fictieve pensioenpremie

Salarisberekening ondernemers.xlsm

Inkomen van ondernemers voor de vennootschapsbelasting (BV)

Het structurele netto inkomen wordt vastgesteld op basis van de salarisuitkeringen die de ondernemer van zijn onderneming(en) heeft ontvangen.

Weging	Component
100%	Het minimum van het gemiddelde bruto maandsalaris op basis van de twee meest recente aangiftes inkomstenbelasting en het daadwerkelijk uitgekeerde gemiddelde maandsalaris op basis van de afgelopen 12 maanden banktransacties

Uitkering

Het netto inkomen wordt vastgesteld op basis van de betaalspecificatie van de uitkering.

Weging	Aard van het dienstverband
100%	WAO, WIA-IVA, ANW* of Wajong uitkering Overige overheidsuitkering*
70%	WIA-WGA uitkering
0%	WW, WW-Plus, WWV, RWW uitkering Ziektewetuitkering

*Bij een ANW uitkering en overige overheidsuitkering dient de uitkeringsduur gelijk of langer te zijn dan de looptijd van de lening.

Pensioen

Lopende pensioenuitkeringen worden vastgesteld op basis van de betaalspecificatie. Toekomstige pensioenuitkeringen worden vastgesteld op basis van het pensioenoverzicht dat door de aanvrager kan worden gedownload van www.mijnpensioenoverzicht.nl.

Huurinkomsten

Inkomen uit verhuur van een woning wordt meegenomen tot maximaal de hoogte van de hypotheeklast voor de betreffende huurwoning. Om de huurinkomsten mee te kunnen nemen, dienen deze inkomsten in de meest recente 6 maanden zichtbaar te zijn in de banktransacties.

Vaststelling lasten

In onderstaande tabel zijn de verschillende categorieën lasten opgenomen die worden vastgesteld inclusief een toelichting.

Categorie	Toelichting
Alimentatie	De alimentatieverplichting wordt vastgesteld aan de hand van recente banktransacties en - in het geval van wisselende betalingen - aan de hand van het echtscheidingsconvenant.
Autolease	Wordt vastgesteld op basis van de verplichting die is opgenomen in het CKI. Indien het contract niet in het CKI is geregistreerd en de maandlast lager is dan €1.000,- wordt het surplus voor een eigen auto toegepast. Bij maandlasten hoger dan €1.000,- wordt het werkelijke maandbedrag meegenomen. Wanneer er een lease- of mobiliteitsbudget op de loonstrook aanwezig is, worden de leasekosten weggestreept tot maximaal de hoogte van deze vergoeding (indien bruto vergoeding, berekenen wij netto budget als volgt; 49,50% x maandbudget).
Bestaande leningen en kredieten	Wordt vastgesteld op basis van de gegevens die zijn opgenomen in het CKI en op basis van recente banktransacties (bijvoorbeeld bij een onderhandse lening). In het geval van een zakelijk krediet is aanvullend de betreffende overeenkomst nodig en wordt een eventuele slottermijn meegenomen als maandlast door de hoogte van het slottermijn te delen door de looptijd van het krediet.
Betalingsregelingen	De maandelijkse betaling bij regelingen die nog minimaal 6 maanden lopen tenzij de openstaande hoofdsom €2000,- of meer bedraagt, dan wordt de maandlast altijd meegenomen.
Bruto hypotheek	De maandelijkse betalingen (inclusief spaar en/of beleggingscomponenten) op basis van de banktransacties en - indien nodig - aan de hand van de hypotheekovereenkomst
(Online) gaming & kansspelen	Indien het gemiddelde van de afgelopen 3 maanden hoger is dan €250 wordt dit bedrag meegenomen als structurele last.
Huur	De maandelijkse betalingen op basis van de banktransacties en - indien nodig - aan de hand van de huurovereenkomst. In het geval van kamerhuur of contante betaling van de huur wordt uitgegaan van een inwonende woonsituatie.
Kosten voor inwoning	30% van het netto inkomen, met een maximum van 750 euro, of de werkelijke lasten indien deze hoger zijn. Bij een leenbedrag ≥ €25.000 wordt een opslag gehanteerd van €750.
Kinderopvangkosten	De gemiddelde kosten van de afgelopen 6 maanden. Deze worden verrekend met de gemiddelde ontvangen kinderopvangtoeslag. Een verschil van meer dan €250 wordt meegenomen in de berekening.
Levens- of overlijdensrisicoverzekering	Indien men woonachtig is in een koopwoning en de verzekeringspremie meer dan €75 per maand bedraagt.
Studieschuld	Wanneer er een structurele maandelijkse betaling zichtbaar zijn is de banktransacties wordt rekening gehouden met dit maandbedrag. Wanneer dit niet het geval is, maar wel sprake is van een studieschuld word 0,75% van de originele schuld voor het oude leenstelsel, of 0,45% van de originele schuld voor het nieuwe leenstelsel meegenomen.
Overige structurele lasten	Indien sprake is van overige structurele lasten die niet worden gereflecteerd in de basisnormen en niet onder de andere categorieën vallen, worden deze op basis van recente banktransacties meegenomen. Structurele overboekingen naar andere personen worden meegenomen als verplichting indien de uitgaven in de afgelopen 3 maanden gemiddeld hoger zijn dan 30% van het netto maandinkomen.